Op woensdag 9 mei verzorgt prof. dr. Frank Willaert, mediëvist en emeritus-hoogleraar Oudere Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Antwerpen, de derde Louis Peter Grijp-lezing. Hij zal proberen aannemelijk te maken dat het oude Lotharingen, het gebied tussen de Noordzee en de Vogezen, tot circa 1400 een geheel eigen rol heeft gespeeld in de geschiedenis van de West-Europese minnelyriek.
In de Nederlandse literatuurgeschiedenis wordt literatuur veelal beschreven vanuit het perspectief van de huidige standaardtalen en staatsgrenzen. Dit terwijl beide in de middeleeuwen nog niet bestonden. “Het feit dat wij de Nederlandse literatuur beschrijven in oppositie tot het Duits en het Frans, vernauwt onze blik”, zegt Frank Willaert. Voor zijn lezing kiest hij daarom een ander vertrekpunt, dat past bij een middeleeuws perspectief, namelijk Lotharingen. Het hertogdom Lotharingen was in de Karolingische periode een gebied tussen de Noordzee en de Rijn. Het omvatte niet de hele Nederlanden, want Vlaanderen viel erbuiten, maar het liep door tot in Duitsland nabij Keulen en in Frankrijk tot de Vogezen.
Dansen om de aandacht te trekken
Uit middeleeuwse ridderromans en andere verhalende teksten haalde hij aanwijzingen voor het bestaan van een typisch Lotharingse lyriek. Om precies te zijn dansliederen met eigen vormkenmerken. De liederen gaan over hofmakerij, en ze zullen in die tijd ook een dusdanige functie hebben gehad. Het dansen was waarschijnlijk een manier voor jongeren om zich te presenteren aan hun ‘peers’. “En je leest in literaire teksten ook hoe dat dansen verloopt: ze bewegen bijvoorbeeld in een kring waarbij de ene zingt en een ander het overneemt.”
Onontdekte bijdrage aan de literatuurgeschiedenis
Het grootste deel van de danslyriek heeft het schrift nooit gehaald. Maar voor een deel is deze lyriek toch nog terug te vinden in de literatuur, vooral in Franse romans. De liederen worden vaak geciteerd op het moment dat de romanpersonages gaan dansen. In literair opzicht vertonen de liedteksten een opvallende gelijkenis. “We hebben hier te maken met een nog te weinig onderkende bijdrage van een onderschatte regio aan de Europese literatuur- en muziekgeschiedenis.”
|