1. Snakken naar vergeving
Soms lees je een verhaal dat je in één klap anders doet kijken.
The strange persistence of guilt is zo'n verhaal. Het gaat over de belangrijke rol die schuld in ons leven speelt, en hoe lastig dat voor ons is. We schieten als mensen nu eenmaal permanent tekort en voelen ons daar schuldig over. Vroeger bood het christendom ons zicht op vergeving, op verlossing van de druk die maar steeds op onze schouders rust. Maar het geloof is op de terugtocht. En dus zoekt schuld een andere uitlaatklep.
De Amerikaanse conservatieve historicus Wilfred McClay verklaart hier allerlei maatschappelijke botsingen uit. Nu God ons niet meer kan vergeven, kruipen we van de weeromstuit in de slachtofferrol. Dit is een verklaring voor het felle debat over elite en volk, of slavernij en
white privilige. Maar wie brengt nog verlossing?
De heilige week, voorafgaand aan Pasen, staat bij uitstek in het teken van schuld en verlossing. Het christendom leert immers dat Jezus met zijn kruisdood de oerschuld van de mensen op zich nam, en daarmee zicht op vergeving bracht. De katholieken vertaalden dit in de biecht: door je zonden op te biechten aan een priester kan deze namens God vergiffenis schenken. Bij protestanten ligt dat wat moeilijker; zij hopen op vergeving in gebed.
McClay betoogt dat in onze geglobaliseerde westerse wereld het schuldgevoel alleen maar toeneemt. Ieder hongerig Syrisch kind dat ons aankijkt, confronteert ons met ons onvermogen. Ook al trek je de buidel, het is nooit genoeg. Dus kijken we weg, licht gegeneerd. Maar in het achterhoofd klinkt de vraag van T.S. Eliot:
'after this knowledge, what foregiveness?'. Hoe kunnen wij onszelf en anderen van die terugkerende last bevrijden?
Met een extra Paasdag vrij, misschien een mooi moment daar eens dieper te over na te denken? Het volledige artikel vind je
hier. Voor een prikkelende samenvatting:
lees de column van NYT-columnist David Brooks.